“Welke boeken, kunstuitingen en informatie belangrijk zijn, werd altijd bepaald door de elite. Maar met de komst van internet is dit allang niet meer het geval. Ook welke wetenschappers wel of geen podium krijgen, wordt niet meer door deze ‘oude’ elite bepaald. De overgang naar een samenleving waarin elke burger een stem mag hebben, is dankzij het internet in volle gang. Alle vormen van opinie, kennis en kunstuiting zijn voor iedereen beschikbaar. Maar is deze overvloed aan informatie wel zo positief? Hoe vinden we nog de informatie die er écht toe doet? Traditionele instituties, zoals kranten en uitgeverijen verliezen hun ‘poortwachtersfunctie’ en het begrip van ‘ware kennis’ staat onder druk. Bovendien wordt het gedeeld bewustzijn van wat belangrijk is diffuus door de oneindige hoeveelheid perspectieven. Perspectieven waarvan we zelf bepalen welke belangrijk zijn. Hoe voorkomen we dat we in de nieuwe informatieorde elk gevoel voor richting verliezen?”
Aldus de uitnodiging voor het Tumult debat van 4 juni 2008: “De Bibliotheek van Babel, hoe selecteren we in de oneindige stroom van informatie?”, mogelijk gemaakt door de Universiteit van Utrecht, Faculteit Geesteswetenschappen. Ik mocht naast Peter Schrurs (directeur VPRO), Saskia de Vries (directeur Amsterdam University Press), Marion Koopman (algemeen directeur XS4ALL) en Ijsbrand van Veelen in het panel deelnemen. Ijsbrand van Veelen maakte onder andere de VPRO Tegenlicht documentaires “Google achter de schermen” en “Wiki’s waarheid”. Op de website van Hollanddoc zijn deze te bekijken, zeer de moeite waard! Hieronder even wat overpeinzingen naar aanleiding van de vragen of de poortwachter verdwenen is, of we hem nodig hebben en wie die rol dan zou moeten vervullen. Al schrijvend kwamen er ook nog een paar tips voor het vinden van je eigen poortwachters bovenborrelen. Als je dus mijn gemijmer wilt overslaan, klik dan rechtstreeks naar de tips.
Informatie overdaad
Een veel gehoorde verzuchting van mensen om mij heen is dat er zovéél informatie beschikbaar is, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Maar eigenlijk zijn dat twee problemen. Namelijk: de hoeveelheid is te groot en de kwaliteit is moeilijk te beoordelen. Even over het eerste: ja, er is inderdaad heel veel informatie. Vooral als je NIET gericht op zoek bent. Als je een aantal favoriete websites dagelijks bezoekt ‘gewoon om te kijken of er iets interessants op staat’, raak je al gauw verdwaald. Je ziet leuke linkjes, een paar filmpjes en voordat je het weet ben je een paar uur verder. Het probleem ligt hier bij jouw focus, je bent doelloos aan het dwalen en misschien zelfs op die manier wat “echt” werk aan het ontlopen. Geloof mij, die verleiding kan ik regelmatig ook niet weerstaan!
Wanneer je wél gericht op zoek bent heb je nog steeds te maken met heel veel informatie, maar die wordt al aardig ingeperkt doordat je focus hebt op een bepaald thema of een vraag. Daarnaast herinner ik me dat ik mij 15 jaar geleden als ik in de UB voor een scriptie of verslag op zoek ging naar informatie ook aardig overspoeld voelde door informatie, en moeite had met het beoordelen van de kwaliteit van die informatie.
Soorten informatie
Misschien verstandig om eerst even een onderscheid te maken in soorten informatie. Je hebt natuurlijk de “kleine” feiten, jaartallen, prijs van een nieuwe bank, routebeschrijving, het weer, de files, recepten. Dan zijn er nog de grote “feiten”: wetenschappelijke informatie en publicaties, onderhevig aan “peer review”. Nieuws en achtergronden van het nieuws vinden we op de diverse (inter-)nationale kranten websites. En niet te vergeten de opinies, visies en ‘advies-achtige’ informatie. Van al die informatie is de kwaliteit niet zo makkelijk te toetsen. Over vrijwel alles kan gediscussieerd worden en dat doen we online dan ook graag. Er zijn artikelen te vinden die onderbouwen dat roken geen longkanker veroorzaakt en dat veel water drinken juist ongezond is. Over de beste route van A naar B wordt op menig verjaardagsfeestje nog gediscussieerd en hoe je het beste een biefstuk kan bakken daar heeft elke gek die een pan vast kan houden een mening over.
Kwaliteit van informatie
Daar hebben we het hete hangijzer: hoe beoordeel je de kwaliteit van de informatie? Zelfs de criteria om kwaliteit van informatie te toetsen zijn niet altijd eenduidig. Je kan wel stellen dat informatie bruikbaar, relevant, actueel, nauwkeurig, volledig en verifieerbaar moet zijn. Journalistieke kwaliteit heeft daarnaast nog te maken met nieuwswaardigheid en hoor en wederhoor. Wetenschappelijke publicaties worden door ‘peer review’ getoetst. Maar of iets onzin is of juist inzichtvol en behulpzaam hangt toch ook heel vaak van de situatie en de ‘informatievrager’ af.
Waar wij tot voor kort veel aan hadden was de verzuiling en de culturele elite. Die vormden informatiefilters en bepaalden deels ook wat wij ergens van moesten vinden. Zij waren onze poortwachters. Andrew Keen beweert in zijn boek en in de documentaire “wiki’s wijsheid” dat die poortwachters verdwenen zijn en hij pleit ervoor dat ze weer terug moeten komen.
Nieuwe poortwachters
Maar is de poortwachter echt verdwenen? Of zijn er juist veel meer poortwachters bijgekomen? En is dat wel een probleem? Het zijn niet meer alleen de uitgevers, omroepen, kerken en politieke partijen die die rol op zich nemen, er zijn tal van portals en weblogs en online ‘zenders’ bijgekomen. En dus is het niet meer meteen duidelijk welke zenders voor jou waardevolle poortwachters zijn. Je kan niet meer één zuil kiezen en voor elk soort informatie op die zuil leunen. Je kiest je eigen poortwachters, voor verschillende onderdelen van je leven en die keuze is heel persoonlijk. DE culturele elite verdwijnt naar de achtergrond en er ontstaan nieuwe, kleine elites per onderwerp, per interessegebied.
De lange staart
Zo komen we weer uit bij het boek van Chris Anderson, The Long Tail waarin hij een verschuiving constateert van hits naar niches. Vertaal ik dat naar de culturele elite of de ‘oude’ poortwachters; daarvan waren er enkele, met een grote following. Het internet geeft vele ‘kleine’ poortwachters een publiek. Dat zijn poortwachters van ‘kleine’ informatie, dus geen wereldnieuws, die een ‘klein’ publiek bereiken. Maar dat publiek is wel bovenmatig geïnteresseerd in wat hun elite te melden heeft. En het leuke van internet is, dat veel van die nieuwe experts boven komen borrelen in de juiste netwerken. En als zij iets roepen dat echt niet klopt, worden ze door hun peers vrij snel tot de orde geroepen. Sterker nog, als een ‘algemene’ poortwachter (bijvoorbeeld Nu.nl) onzin uitkraamt, staat er vaak vrij snel een expert op die corrigeert.
Hoe spoor je jouw persoonlijke poortwachters op?
- Stel de juiste vragen. Het begint bij het formuleren van je vraag, het vinden van je focus. Ook als je ‘maar wat loopt te rommelen’ op internet kom je wel eens een item tegen dat je interesse opwekt, het roept vragen op, en je krijgt zin om je er verder in te verdiepen. Stel dus de juiste vraag, en stel (formuleer) hem op een aantal verschillende manieren.
- Stel ze op de juiste plekken. Helpt Google bij het filteren van informatie? In eerste instantie helpt Google alleen bij het vinden. De zoekresultaten worden bepaald door een (deels geheim) algoritme. Google drukt de kwaliteit van websites uit in pagerank, maar die komt tot stand door ‘dom’ rekenwerk van ‘domme’ robotjes. Maar met Google co-op kan je je éigen zoekmachine maken. Zoek je nieuws, kijk dan vooral óók op websites van (internationale) kranten. Zoek je statistieken, kijk dan bij een rekenautoriteit in het onderwerp waar je naar zoekt. Je kan ook eens zoeken op “gezaghebbend platform voor ….” of “autoriteit op het gebied van…”. Dan komen er sites boven waarvan derden beweren dat die gezaghebbend of autoriteit zijn. Heb je eenmaal een autoriteit (website, weblog, platform) gevonden dan kom je via links op die site vaak weer bij andere autoriteiten terecht. Wanneer je dan je eigen zoekmachine bouwt met Google co-op, dan kan je daar al die gezaghebbende websites aan toevoegen, en dan zoekt jouw eigen zoekmachine alleen maar in die websites.
- Stel ze aan de juiste mensen. Gebruik je netwerk! Je weet niet wie iemand kent die het antwoord heeft. Via online netwerken worden deze ‘zwakke’ verbindingen beter bereikbaar. Zit je op LinkedIn dan kan je je vraag in de Questions and Answers stellen of je kan zoeken op een relevant zoekwoord. Dan krijg je een lijst met namen bij wie dat woord in het profiel voorkomt, en je kan zien via hoeveel ‘stappen’ je met die persoon verbonden bent. Stel dan dat een van jouw directe links een link blijkt te hebben met een expert die jij zoekt, dan kan je aan jouw contact vragen om je in verbinding te stellen met die persoon. Op Twitter kan je aan je followers vragen of zij een expert kennen of een website kunnen aanbevelen.
Oh en nog een tip: automatiseer dit na de eerste keer. Je kan van je vraag een google alert maken, zodat nieuwe ‘antwoorden’ automatisch in je blikveld komen. Neem RSS abonnementen op de bronnen die je opspoort en als je steviger wilt filteren, maak er dan een yahoo pipe van. Daarmee stop je zogezegd een aantal websites in een trechter, je filtert de websites op voor jou relevante zoektermen en aan de onderkant van de trechter komen alleen die artikelen eruit die die zoektermen bevatten. Houd je netwerk warm door zelf ook af en toe antwoorden te geven en mensen op een constructieve manier aan elkaar door te verbinden.
Tenslotte: hebben we een probleem en zo ja, wat is dat dan?
Informatie overdaad en het verdwijnen van de oude culturele elite zijn volgens mij niet het werkelijke probleem. Dat probleem zit hem in het gebrek aan informatievaardigheden. Kenniswerkers van mijn generatie en ouder hebben niet geleerd om de juiste poortwachters op te sporen. Wij denken daarnaast dat de ‘nieuwe garde’ die vaardigheden wél meekrijgt. Helaas, niets is minder waar: ik zie tijdens gastcolleges en lezingen voor jonge mensen dat ook daar vaak de juiste vaardigheid ontbreekt. Op school leren kinderen niet hoe ze de juiste vragen op de juiste plekken aan de juiste mensen moeten stellen. De mediatheek is afwezig of dicht, er is geen mediathecaris die de weg wijst, wikipedia en social networking sites zijn geblokkeerd. Misschien ben ik verblind door mijn eigen stokpaardje, maar ik heb toch sterk het gevoel dat het best wel belangrijk is om juist die informatievaardigheden bij te brengen.
Sanne Roemen zegt
Ik heb het artikel nog niet afgeschreven of ik kom een prachtig schrijfsel tegen van de hand van Abram de Swaan, in het NRC.
http://www.nrc.nl/krant/article1067535.ece/Opkomst_van_internet_versterkt_de_culturele_revolte_tegen_het_dictaat_van_de_goede_smaak
Ik heb namelijk een persoonlijk informatiefilter: mijn krantenlezende vriendin hanteert voor mij de schaar en stuurt mij dan dit soort dingen op. Ook erg handig!
Marco Raaphorst zegt
Zeer vlot geschreven en volledig artikel!
Mijn simpele reactie: heel veel mensen zijn totaal niet kritisch. Die slikken alles. En zelfs de politiek doet daaraan mee. Zelfs de wetenschap. Kuddengedrag. De gemakkelijke weg.
Het meest interessante zit juist in dat kleine, dat alternatieve. De niche. De uitzonderingen.
Bovendien zijn feiten een lastig iets. Er is mijn waarheid, jouw waarheid, maar DE waarheid kent niemand. Een universele regel: nooit zullen we het helemaal begrijpen. Altijd is er een afsplitsing of sterft er iets af. Zoals in de natuur. Niets is perfect. Maar dat neemt niet weg dat we niet altijd kritisch moeten kijken naar mensen die roepen gelijk te hebben. Ik hoop dat iedereen dat bij mij ook doet. Ik ben soms zeer overtuigd dat ik iets zie wat anderen niet zien, maar ik mis ook wel iets. En dan samen komen we verder. Maar een kleine groep aanwijzen als betrouwbaar is gevaarlijk. Plakkertje ANP bijvoorbeeld waar alle kranten en nu.nl uit putten geeft echt te denken. Niet dat ze geen goed werk doen, maar die zijn wel heel algemeen. En wat er aan ontbreekt naar mijn gevoel: persoonlijkheid en karakter. Alleen daarmee kun je authentiek verhalen vertellen vind ik. Want alles wat we doen als mens is persoonlijk. Dus als iemand zegt “ik bedoel dit niet persoonlijk” is dat eigenlijk onzin :-)
Sanne Roemen zegt
Marco je raakt en ontroert me met deze reactie! Dankjewel. Authenticiteit, ja!!! Ik kwam net nog langs een documentaire waarin een mummie bewezen Nefertiti was, maar met net zoveel bewijs was ze Tiyi, de moeder van Tutanchamon. Mooi dat die docu dat in één verhaal vertelt. Zo wordt je eigen denken ingeschakeld en dan is de kans groot dat iemand ‘slim’ wordt. Zo zie je maar weer. Lang leve de twijfel, de vragenstellers, hofnarren en verhalenvertellers.
Marco Raaphorst zegt
precies, niets is wat het lijkt. alles kan altijd anders en beter. zoiets ook.
dat maakt het wereldbeeld ook completer vind ik. en geeft de normale burger veel meer passie en uitdaging. misschien jammer voor het ANP en het NOS journaal, maar dat kan gewoon beter en speelser. de hersens moeten geprikkeld worden. nieuws is niet een kwestie van consumeren. dat zouden ze nou op scholen moeten leren! :-p
Sanne Roemen zegt
Hier, dit bedoel ik nou http://blog.p2pfoundation.net/schools-web-20-ban-contributes-to-social-exclusion/2008/06/19
Marco Raaphorst zegt
@Sanne: ik ben een voorstander van Learning by experience. Als je kinderen niet zelf wil laten ontdekken dan verpruts je het echt als docent of ouder vind ik. Daar kan ik me heel erg boos om maken.
greald zegt
@sanne bedankt voor de link(s).
De informatierevolutie is nog maar net begonnen. We hebben nog geen idee hoe we ‘het allemaal’ moeten zoeken, maar de mogelijkheden liggen daar.
De positie van poortwachters wordt ondermijnd. Dat heeft ook voordelen want het is ook een positie van macht. En er zijn maar weinig mensen die iets goeds met macht doen of gedaan hebben.
De vraag is wat er voor in de plaats komt.
Het ene uiterste lijkt mij een oncontroleerbaar kakelend kippenhok waarin iedereen zijn zegje doet maar niemand meer weet welke kant hzij op moet, verlamming dus.
Het andere uiterste: een zichzelf corrigerend super-peer-to-peer-systeem? Of zou dat niet het uiterste zijn; kan zelfcorrectie overdreven worden zodat het ’te’ wordt? Welke bezwaren zou dat opleveren?
Sanne Roemen zegt
Greald, prikkelende vragen weer. Naast Andrew Keen is er een iets mildere criticus geweest (las ik net in Emerce): Lee Siegel – Against the Machine.
Soms heb ik het gevoel dat het internet eigenlijk al een super-peer-to-peer systeem is. Aan de andere kant krijg je met dat gestem op artikelen (digg enz) vaak alleen de sensatie boven water, niet de kwaliteit. Dus daar is nog wel een slag in te maken.